Jij bent er nog
maar geeft mij geen richting, wel steun door je aanwezigheid, misschien weet
jij de richting ook niet, zijn we samen verdwaald. We houden elkaars hand vast,
verloren in een wereld die niet meer aanvoelt als de onze. We dwalen verder en
vertrouwen er maar op dat we ergens zullen aankomen en zo niet dan is het nog
niet erg, we zijn samen. Uiteindelijk is er niks meer om te hopen of te vrezen,
de liefde kent dit niet, die is en blijft de enige zuivere handreiking in een troebele wereld. Ik hou van de liefde
die er gewoon er is, zonder eisen, zonder voorwaarden, zonder vragen. Ik
worstel ermee of die liefde is verdwenen door jouw overlijden, voor mijn gevoel
niet, alleen wel minder tastbaar aanwezig dan ik zou willen. Het is nu meer
zoeken, het is een stroom van tegenstrijdigheden tussen wat wel en niet is
verdwenen, opstand tegen wat is verdwenen, berusting vinden in wat er nog is.
Liefde is niet iets dat zo maar verdwenen is, het is alleen soms zo
ongrijpbaar, ik kan het alleen maar vinden in een vorm van acceptatie maar dat
ligt op dit moment zo dicht bij moedeloosheid. Liever hou ik het beeld dat we
samen hand in hand dwalen omdat we wel afscheid hebben genomen van jouw leven
maar niet van onze liefde. Dat hebben we nooit gedaan en de dood is geen reden
om dit nu wel te doen. Tot het laatste moment in je leven was er liefde en
vertrouwen tussen ons, hoe zou ik dit kunnen loslaten, hoe zou ik dit zelfs
maar mogen proberen. Is het geen onuitgesproken afspraak om de liefde niet te
vergeten, een belofte die blijft voortleven omdat jij hebt bestaan. Een belofte
die misschien wel nodig is om te kunnen sterven en die de dood iets minder hard
maakt zowel voor jou als voor mij. Liefde was de basis waardoor ik tegen jou kon zeggen dat het goed was om te gaan, er was geen opstand op dat moment, zelfs geen
moedeloosheid, niet bij jou of mij. Alleen maar berusting dat je mocht gaan,
dat jouw liefde genoeg was, dat je alles hebt gegeven in het leven wat binnen
je mogelijkheden lag en dat ik jou de garantie gaf dat je daar op mocht
vertrouwen om te kunnen gaan.
Ergens
ben en blijf jij voor mij aanwezig, zoals ik jouw hand vasthield om je te
begeleiden naar de dood, hou jij nu mijn hand vast om mij bij te staan in deze
moeilijke periode. Ik weet niet hoe het werkt, kan het rationeel niet
verklaren, alleen maar voelen dat ik ergens niet alleen sta, dat jij er bent
als ik jouw naam fluister. In de stille uurtjes van de vroege ochtend als de
natuur om mij heen ontwaakt, in de overgang van het donker van de nacht naar
het licht van het ochtendgloren, dan zie en ik voel ik jou. Het geeft moed om
door te gaan, een vaag gevoel van richting in het doolhof van verlies. Ik pak je reikende hand, ik weet niet waarheen, alleen maar hier en nu is de liefde genoeg.
Rouwverwerking.info | Alle rechten voorbehouden